Kerk Ulrum

 Historie van de kerk van Ulrum

Hoe oud de kerk van Ulrum precies is, is onbekend. Aangenomen wordt dat de huidige kerk rond 1225 op één van de wierden werd gebouwd ter vervanging van een oudere kerk, waarvan er bij de eerste en tweede travee sporen terug te vinden zijn. De kerk is een mooi voorbeeld van de eerste fase van de laatromaanse bouwstijl, hetgeen in de oostgevel zichtbaar wordt.

In de 13e eeuw werd er ten westen van de kerk een toren gebouwd, bedoeld als verdedigingstoren, open van onderen en een ingang op de eerste verdieping, te bereiken was met een houten trap. Twee eeuwen later werden kerk en toren met elkaar verbonden en ging de oorspronkelijke ingang verloren. Ook werd er een klokkenstoel ingebouwd, waar nu twee luidklokken hangen: een grote uit 1478 met het opschrift SANCTA KATERINA BIN ICK GHETE en een afbeelding van de Heilige Catherina, en een kleinere uit 1698. Beide werden gevorderd tijdens WO II, maar later teruggehangen.

In de loop van de eeuwen is er veel verbouwd, maar de restauratie van 1916/1917 door de toenmalige rijksgebouwen meester C.H. Peters is het meest ingrijpend geweest. De voorkeur in die tijd voor ontpleisterde gewelven en wanden en onbewerkte baksteen (denk aan de opkomende Amsterdamse School) heeft er helaas voor gezorgd dat er destijds geen onderzoek is gedaan naar mogelijke muur- en/of gewelfschilderingen. Deze zijn er wel geweest: in 1911 ontdekte de dorpstimmerman schilderingen onder de witkalk van Maria met kind, het Lam Gods op een rozet en de heilige Catherina (waarschijnlijk de beschermheilige) met rad. Door kostenoverwegingen zijn de schilderingen destijds niet behouden, slechts eenvoudige versieringen in de tweede en derde travee zijn gespaard. Ook bij het heropenen van dichtgemetselde ingangen in de noord- en zuidgevel en het terugbrengen van later geplaatste grote vensters in de veronderstelde romaanse stijl is destijds geen onderzoek naar de bouwgeschiedenis uitgevoerd.

Onder het koor bevindt zich een grafkelder, aangelegd door collator Evert Lewe in 1629. In het interieur is de Asingabank uit 1660 met een prachtig bewerkt achterschot waarop twee leeuwen het alliantiewapen van de familie Van Inn-en Kniphuisen een echte blikvanger. Andere interessante stukken zijn twee 18e eeuwse offerblokken, een preekstoel uit 1745 en een eenvoudige 17e eeuwse avondmaaltafel. Het huidige orgel dateert uit 1806; het binnenwerk is niet meer origineel, het buitenwerk wel.